Zeg jij “Awel, Ja!” ?

Mensen met een beperking willen gewoon dezelfde dingen als mensen zonder beperking. Ze hebben hier alleen wat hulp bij nodig.

Doe daarom mee en zeg ‘Awel, Ja!

 

 

 

Want met wat hulp kan ook Lien koken, Glenn boodschappen doen en Ella-Louise eens zonder haar mama naar een verjaardagsfeestje.

De ‘Awel ja’ campagne draait niet om intensieve ondersteuning of doorgedreven professionele hulp, maar om kleine investeringen in tijd en moeite die een enorm resultaat opleveren.

Met een kleine tijdinvestering kan iedereen iemand met een beperking een stap dichter bij een onafhankelijk leven brengen. Iederéén kan helpen en een verschil maken.

Door de campagne ‘Awel Ja’ kan iedereen zich via de website awelja.be opgeven om één dag assistent te zijn.

 

 

Dat mensen even tijd vrijmaken en op het eenvoudige verzoek van Lien, Glenn of Ella-Louise simpelweg antwoorden: 

“Awel ja, daar wil ik u graag bij helpen.”

 

Dat is wat we met ‘Awel ja’ willen bereiken!

 

Doe mee op www.awelja.be & deel deze campagne via jouw sociale media!

Waar wacht ik nog op?

Toen Sien een aantal jaar geleden in een rolstoel terecht kwam, deed ze meteen een aanvraag voor een PVB, oftewel een persoonsvolgend budget (toen nog PAB, persoonlijk assisstentiebudget). Het was immers meteen duidelijk dat ze veel hulp nodig zou hebben, en toch wou ze liever niet opgenomen worden in een centrum. Intussen staat ze nog steeds op de wachtlijst. Lees hieronder haar verhaal.  

 

De aanleiding

Toen ik een viertal jaar geleden mijn werk, mijn hobby’s, mijn rijbewijs, mijn mobiliteit,… kortom het grootste deel van mijn zelfstandigheid, verloor, ging ik ervan uit dat de maatschappij voor mij zou helpen zorgen. Bij de Belgische regering loopt men immers graag op te scheppen over de goede sociale zekerheid in hun land, waardoor mensen met tegenslagen niet in de kou zouden blijven staan. Bovendien hebben mijn ouders altijd netjes hun belastingen betaald, een ziekteverzekering en zelfs een bijkomende hospitalisatieverzekering. En ik deed net hetzelfde van zodra ik ging werken, tot op de dag dat ik ziek werd. Mentaal heb ik ze nog allemaal op een rijtje, daarom leek het mij vanzelfsprekend dat ik zelf de regie over mijn zorg in handen zou hebben. En ik had helemaal geen zin om in een zorginstelling te gaan wonen. Daaruit volgde dus logischerwijs het besluit om een aanvraag te doen voor een persoonsvolgend budget of PVB.

PVB – wadde?!

Op de website van het VAPH (Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap) lees je het volgende: “Het persoonsvolgend budget is een budget op maat, uitbetaald door de Vlaamse overheid, waarmee u zorg en ondersteuning kunt inkopen binnen uw eigen netwerk, bij vrijwilligers, individuele begeleiders, professionele zorgverleners en bij door het VAPH vergunde zorgaanbieders.” Een budget op maat dus, waarmee ik alle nodige zorg kan inkopen bij de zorgverlener van mijn keuze. Prachtig toch?

Helaas is de waarheid heel wat minder fraai… Toen ik in 2014 mijn aanvraag indiende, kreeg ik na enkele maanden het heugelijke nieuws dat uit de controlebezoeken en verslagen van mijn artsen gebleken was dat ik wel degelijk veel hulp nodig had en dus recht had op een aanzienlijk PVB. Zonder het bedrag hier te vermelden, kan ik jullie zeggen dat ik er met gemak een halftijdse verzorgende mee zou kunnen in dienst nemen, wat effectief overeen komt met hoeveel hulp ik nodig heb. Helaas werd mijn enthousiasme al snel de kop ingedrukt, want vervolgens kwam de mededeling dat ik voorlopig op de wachtlijst terecht kwam…

Op dat moment verbleef ik echter nog in het revalidatiecentrum dus had ik nog even tijd.

Eindelijk terug mijn eigen leven in handen?

In april 2015 kwam eindelijk het moment van ontslag, ik mocht na bijna 2 jaar opname het ziekenhuis verlaten! Mijn ouderlijk huis had een grote garage, die mijn ouders inmiddels hadden laten ombouwen tot kangoeroewoning voor mij. Maar ik had nog steeds geen PVB. Om de periode zonder hulp te overbruggen, werd heel wat georganiseerd: in de eerste plaats werd bekeken wat mijn familie kon doen (mijn ouders werkten nog allebei voltijds), er werd thuisverpleging voorzien en ik vroeg Familiezorg aan. In afwachting van de financiële steun van het PVB moest ik echter van mijn karige invaliditeitsuitkering alle uren Familiezorg zelf betalen. Dat kost ongeveer 400€ per maand. Ik bespaar je het lijstje van andere kosten die mijn ziekte teweeg brengt, maar ik kan je zeggen dat ik het grootste deel van mijn keurig bijeengespaarde spaargeld er inmiddels doorgejaagd heb aan levensnoodzakelijke hulp, therapie, medicatie, zuurstof, hulpmiddelen,…

We zijn intussen een stuk ver in 2018, ik hoor je denken: ‘Intussen zal alles wel in orde zijn toch?’ Wel, ik moet je teleurstellen, of beter, de regering moet je teleurstellen, want ik ben nog steeds wachtende. En de kans dat ik dit jaar nog een budget toegekend krijg, is erg klein als ik het VAPH mag geloven. 

De gevolgen…

En toch… is de financiële kater niet eens het ergste voor mij. Wat écht erg is, is de enorme afhankelijkheid die het met zich meebrengt. Doordat ik mijn hulp niet zelf kan inkopen, ben ik verplicht me te schikken naar de werkuren van thuisverpleging en Familiezorg, wat helaas behoorlijk beperkt is van ‘9 tot 5’. En wat Familiezorg betreft, tot de weekdagen (een uitzondering kan in extreme noodsituaties). Voor alle andere momenten is de situatie dus nog erger, want dan kan ik enkel een beroep doen op de bereidwilligheid van familie en vrienden.

Gelukkig heb ik familie en vrienden uit de 1.000, waarvoor bijna niets te veel gevraagd is, maar ik voel me daar helemaal niet goed bij. Ik zie dat de gezondheid van mijn ouders enorm lijdt onder de toestand en ik voel me daar ontzettend schuldig over. Het leidt tot de paradoxale situatie dat, hoe meer ik zelf wil ondernemen, hoe meer ik eigenlijk hulp nodig heb. Als ik bijvoorbeeld naar de vergadering van een vereniging wil, heb ik ten eerste vervoer nodig en ten tweede, als het laat wordt en de verpleging dus niet meer langskomt, moeten mijn ouders expres wakker blijven om mij terug op te halen, om te kleden en in bed te helpen. Ik kan je verzekeren, elke zucht die daarbij uit de mond van je ouders ontsnapt, en iedere geeuw die je de volgende dag ziet, veroorzaakt een steek in je hart.

Wat zijn jouw ervaringen? Heb jij een budget of sta jij op de wachtlijst? Hoe slaag jij erin ondanks je beperking de regie over je leven in handen te houden en je niet te afhankelijk en/of schuldig te voelen? Laat het ons weten in de comments hieronder of op onze Facebook-pagina!

Achter de schermen van Brussels Airport

Het vliegtuig nemen voor mensen met een fysieke of mentale beperking kan een grote uitdaging lijken. Hoe raak je bijvoorbeeld met een rolstoel in het vliegtuig? Brussels Airport heeft een aparte dienst die zich uitsluitend bezig houdt met deze verzoeken. Wie werkt bij Axxicom komt als passagiersassistent de meest hartverwarmende verhalen tegen tijdens een werkdag…

 

Reizen met een rolstoel

Als passagiersassistent heb ik ondertussen vele mooie verhalen verzameld. Maar het verhaal dat me nog steeds het meest bij blijft gaat over de liefde van een ouder koppel op een vlucht van United. Blijkbaar niet per toeval ‘United’…

 

Love airport wheelchairs

 

Ze hadden elkaar op latere leeftijd leren kennen. Allebei hadden ze reeds een karrevracht aan bagage en dan bedoel ik hun verleden, en niet hun bagage zonder wieltjes, die het ons wat moeilijker maakte om ons tot aan de uitgang te begeven. Ik duwde samen met mijn collega het verliefde koppel verder. De rolstoelen gingen soms uit elkaar, en ter hoogte van de bagageband week de ene uit naar rechts en de andere naar links. Tussendoor hielden ze al lachend elkaars hand vast. Het was precies een gondeltocht doorheen de bagagehal.

Samen oud worden met een beperking

Al pratend kwam ik erachter dat ze beiden aan de andere kant van de wereld wonen. Zij was een zeventigplusser uit Lille en hij een tachtigplusser uit Texas die nog steeds tussen de olievelden woonde. Wat me het meest opviel, is dat ze elkaars taal perfect spraken! Talen die allebei niet zo evident zijn voor de ander. Heb je ooit al een Texaan Frans horen praten? Of vind maar eens een perfect Engelssprekend persoon in Noord-Frankrijk.

 

 

Ze vertelden me dat ze samen nog steeds geen vaste stek hadden en dat ze daarom bleven pendelen naar elkaars thuis. Dankzij onze passagiersdienst is het ook mogelijk om dit gemakkelijk te doen, en hun perfecte idee om samen oud te worden, te kunnen realiseren.

Groet,

Anthony Verbist

 

Ken jij ook nog inspirerende, hartverwarmende verhalen? Deel ze met ons op Facebook of stuur ze op naar redactie@rolmodel.be. Wil je meer weten over speciale assistentie op Brussels Airport? Dat kan snel en gemakkelijk via de website.

Assistentie op de trein: niet altijd positief

De NMBS biedt mensen met een beperking assistentie aan als ze de trein willen nemen. Helaas loopt daar wel eens iets fout, voelde Het Nieuwsblad-journalist, Rolmodel-schrijver en rolstoelgebruiker Guy Stevens op dinsdag 9 januari aan den lijve. Zijn tocht van 2 uur naar het werk duurde uiteindelijk 3 uur en 45 minuten, een uur en drie kwartier daarvan moest hij in de vrieskou wachten op hulp die maar niet kwam.

more “Assistentie op de trein: niet altijd positief”

Lopen is rollen in de wereld van Burugo

“Loopt u even mee?” Na het lezen van deze grappige column van Burugo klinkt dit onschuldige zinnetje nooit meer hetzelfde!

Geduldig zat ik in mijn rolstoel te wachten in de lobby van het bankgebouw op de bankemployé waar ik een afspraak mee had die middag voor het jaarlijkse financiële spreekuurtje.

Gelukkig duurde het wachten niet erg lang. “Loo… ik bedoel rolt u maar even me”’, versprak hij zich bijna. En dat deed ik want ik wilde niet het risico rollen om te verdwalen in dit immense bankgebouw. Ik weet daar natuurlijk de weg niet want ik rol er de deur niet plat. Stel je voor dat ik per abuis de geldkluis inrol, het rolt mij al dun door de broek bij de gedachte alleen. En dan rol ik ook nog het risico om voor inbreker te worden aangezien dus dan moet ik het op een rollen zetten, en voor je het weet rol ik dan iemand van de sokken. Maar gelukkig rolde het zo’n vaart niet want ik kon de bankbediende prima bijhouden – ik heb dan wel een dwarslaesie maar ik rol nog als een kievit! (Maar niet te snel, want hardrollers zijn doodrollers).

Ik kreeg een parkeerplaats achter een bureau, en bestelde eerst maar eens een kop koffie want ik wilde niet meteen te hard van stapel rollen. Terwijl de accountmanager, want zo stelde hij zich voor (ik noem zo iemand klerk), zich het vuur uit de sloffen rolde voor mijn cappuccino rolde ik in gedachten vast op de zaken vooruit. Ik kreeg mijn koffie (met flink veel cafeïne want dat bevordert de bloedsomrol heb ik ergens gelezen) en we namen samen mijn financiële levensrol door. Het gesprek verrolde verder zonder noemenswaardigheden en was dan ook vrij snel afgerold. Ik rol heus niet in twee sloten tegelijk als het over financiën gaat, liet ik hem terrols nog even weten.

“Ik zal u naar de uitgang begeleiden, Loo…, ik bedoel rolt u mee?”

deed-ie het weer.

 

Ontdek meer columns van Burugo op dwarslaesie.nl/column of op facebook.com/burugocolumns

Zijn er uitspraken waar jij je aan ergert als rolstoeler? Of trek jij je daar juist niets van aan? Of ben je mantelzorger en weet je soms ook niet wat gezegd? Laat het ons weten!