De Windvanger – interview met Toni De Coninck

Wat doe je als je kind anders is dan andere kinderen? Als het een fysieke beperking heeft, is het snel duidelijk dat er hulp nodig is. Maar wat als het ‘anders zijn’ niet aan de buitenkant te zien is? Toni is wereldreiziger, multiblogger, superfoodie en vader van een HSP-kind. Over dat laatste schreef hij een boek: De Windvanger.

Dag Toni, proficiat met je boek! Waarover gaat ‘De Windvanger’ eigenlijk?

Dankjewel, het is de eerste keer dat ik mezelf zo bloot geef bij het schrijven! Dit boek gaat over mijn zoon, over zijn opvoeding en over de misverstanden die er bestaan rond HSP.

Wat is dat juist, ‘HSP zijn’?

HSP staat voor Highly Sensitive Person. Het is dus geen beperking, maar een heel uitgesproken karaktertrek. Nu ja, het is misschien geen beperking in de ‘enge’ zin van het woord, maar HSP-kinderen worden wel beperkt in hun sociale omgang, vooral door de reacties uit hun omgeving.

HSP zijn is geen autismespectrumstoornis maar er zijn wel raakpunten, en zowel ouders als leerkrachten weten er vaak geen weg mee. Als ouder stuit je bovendien vaak op een muur van onbegrip. Ik hou altijd mijn hart vast als ik een mail krijg van de school. Of als de directeur belt, want dan weet ik dat het niet is om over de Champions League te babbelen. (lacht) Aan de andere kant moet ik als ouder natuurlijk ook zelf proberen begrip te tonen voor het opvoedend personeel. Want als er iemand ‘den aap gaat uithangen’ in de klas, ook al is dat omwille van die hoge sensitiviteit, dan is dat niet gemakkelijk.

Wat is dan het probleem van een HSP-kind?

Mijn zoon Alex (pseudoniem) vergelijk ik altijd met iemand die heel veel wind vangt, zoveel dat het continu aan het stormen is in zijn hoofd. Daarom is de titel van mijn boek ook ‘De Windvanger’. Alles is een constante bron van overprikkeling.

We zijn natuurlijk allemaal vatbaar voor prikkels, maar bij een HSP komen alle prikkels veel intenser binnen en zijn al die prikkels tegelijk te moeilijk om te verwerken. Als er dan een trigger (een negatieve prikkel) binnenkomt, gaat alles in overdrive. Het is de druppel die de emmer doet overlopen. Dat kan bijvoorbeeld een slechte toets zijn die Alex terugkrijgt, waardoor hij dan plots met stoelen gaat smijten.

Maar het is niet altijd negatief. Wie HSP is, heeft ook enorme voordelen. Als de bomen in bloei staan, dan wijst Alex mij daar plots op en zegt hij hoe prachtig dat wel niet is. Dat doen andere mensen niet, laat staan twaalfjarigen. (trots)  Alex is ook nooit zonder vrienden gevallen. Kinderen vinden het gedrag van Alex allemaal blijkbaar veel minder storend dan volwassenen.

Is het daarom dat je besloot om erover te schrijven?

Het idee ligt al een jaar of twee op de plank. Ik heb het eerst uitvoerig met mijn omgeving besproken, want mijn echtgenote had schrik dat erover schrijven in Alex’ nadeel zou zijn. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. En begin maart vorig jaar ben ik er dan echt aan begonnen.

Ik ben het vooral gewend om te schrijven over reizen en over culinaire onderwerpen. Maar pen op papier zetten, is ook een soort therapie. Het is niet voor niets dat de meeste hoofdstukken met een flashback beginnen. Dingen uit mijn verleden hebben dankzij dit boek ook een plaats gekregen, omdat ik zoveel van mezelf herkend heb in Alex’ situatie.

Hoe doe je dat eigenlijk, een boek schrijven over je ervaringen en ervoor zorgen dat het wordt uitgegeven?

Wel, je moet natuurlijk het talent hebben om 200 pagina’s te kunnen vullen over een bepaald thema! (lacht) Je moet er zeker ook voor zorgen dat je er een positieve boodschap aan vast kan knopen. Want je kan 200 bladzijden vullen met tekst die therapeutisch is voor jezelf, maar dat wil niet zeggen dat andere mensen er iets aan zullen hebben. Je moet een doelpubliek voor ogen houden en je verhaal willen uitgeven omdat je er mensen mee kan bereiken en emotioneel mee kan raken.

Ik heb natuurlijk het geluk dat ik mensen ken bij Lannoo. Maar ze hebben ‘De Windvanger’ natuurlijk niet uitgegeven voor mijn schoon ogen! (lacht) Wat ik lezers van Rolmodel aanraad als ze zelf een boek willen schrijven en uitgeven, is om niet met een heel manuscript te gaan leuren maar met een sterk hoofdstuk. Doe je best om het uit te schrijven en het zo goed mogelijk maken. Laat het bijvoorbeeld redigeren en een paar keer nalezen door je vrienden. Zet het in een mooi lettertype. Zorg ervoor dat je er uitspringt als je bij een uitgeverij gaat aankloppen.

Wat is het mooiste compliment dat mensen je kunnen geven na het lezen van ‘De Windvanger’?

Het mooiste compliment? Dat ik hem of haar geraakt heb met een mooie zin, of omdat het herkenbaar is, of grappig, of deed huilen. Ik wil graag dat mijn boek een hulp is voor ouders en opvoeders. Als de tips in mijn boek worden gebruikt, dan zou dat voor veel HSP-kinderen een heel verschil maken. Echt.

Heb jij als schrijver zelf ook een rolmodel?

Ik lees heel graag de boeken van John Irving. En in België is Karel Verleyen mijn rolmodel. Hij was mijn eerste hoofdredacteur ooit. Karel was een warme, aimabele man. Heel intelligent, heel taalvaardig, met het hart op de juiste plaats. Hij was geen bullebak, maar wees me terecht met een kwinkslag en dat werkte heel goed voor mij. En hij was heel gevoelig in zijn schrijven, in de thema’s waarover hij schreef. Volgens mij was hij een hoogsensitieve man in een periode waarin dat woord nog niet bestond.

 

De Windvanger ligt vanaf deze week in de boekhandel. Heb jij ook een verhaal dat je graag wil delen om mensen een hart onder de riem te steken? Mail dan naar redactie@rolmodel.be!