Interview met Sofie Vanhoutte – deel 2

‘Boem! Explodeer, implementeer, transformeer’ – het tweede boek van Sofie Vanhoutte bevat haar vernieuwende visie op inclusie en Blogger Sien vroeg om uitleg. In deel één van het interview kon je al ontdekken hoe Sofie in het leven staat, en hier in deel twee gaat het heel specifiek over haar vzw en waarom die zo belangrijk voor haar is. 

 

Kan je vertellen wat ‘vzw Krijtlijn’ doet?

Krijtlijn biedt coaching voor kinderen en jongeren met een beperking en hun omgeving. Door de jaren heen merkte ik dat mensen met een handicap vaak al veroordeeld worden tot vanalles alvorens ze de kans hebben gekregen om te worden wie ze echt zijn diep vanbinnen. Als je bijvoorbeeld 20 jaar aan een stuk hoort: ‘Vanwege je beperking zul jij nooit in staat zijn tot dit en dat.’ In het begin gaan kinderen zich daar vaak tegen verzetten en bij zichzelf zeggen: ‘Foert, later als ik groot ben…’ Maar als je die strijd jaren aan een stuk moet voeren, is het niet raar als je energie op den duur echt op is en je gewoon de handdoek in de ring gooit. En dat opgeven is echt zonde, want je laat er veel potentieel en kostbare talenten mee verloren gaan!

Bovendien zullen de mensen die je vandaag verzorgen en opvoeden, helaas zelf niet het eeuwige leven hebben. Ooit zal er een tijd komen dat in het beste geval jij zelf je eigen lot in handen zal moeten nemen of zullen er andere alternatieven moeten gezocht worden voor je verzorging. En eerlijk is eerlijk… zo’n dingen vragen tijd.

Krijtlijn wil een meerwaarde betekenen in dat proces door zo vroeg mogelijk kinderen met een beperking en hun omgeving te coachen in zelfredzaamheid, zelfkennis, grenzen ontdekken (en waar mogelijk verleggen). Naar de ouders toe is leren loslaten vaak de pittigste les. Als je leven gedurende vele jaren in het teken gestaan heeft van ‘zorgen voor’ is het moeilijk dit op te geven zonder in een zwart gat terecht te komen. Zonder zelf in dat gat te vallen. Ook hiervoor heeft Krijtlijn een traject bedacht, waarin we ouders helpen herontdekken wat ze graag deden voor hun leven in het teken stond van hun zoon of dochter.

Krijtlijn vzw

Je hebt je boek in eigen beheer uitgegeven en ook helemaal zelf ‘vzw Krijtlijn’ uit de grond gestampt. Is het belangrijk dat jongeren met een beperking zo’n ‘rolmodel’ hebben in hun leven?

Ik voel me echt waar geen ‘rolmodel’. Ik doe gewoon wat ik leuk vind en wat mijn intuïtie me ingeeft. Ik probeer te helpen waar ik kan, zonder er allemaal kloontjes van Sofie van te maken. Ik denk trouwens dat de wereld meer dan genoeg heeft met één exemplaar van mijn kaliber! Ik zou het wel leuk vinden mocht ik erin slagen om mensen te inspireren om méér te zijn wie ze echt willen zijn en waar mogelijk los te komen van de verwachtingen die de maatschappij van hen heeft op basis van hun medische fiche. ’t Is niet omdat de maatschappij er van uitgaat dat jij niet tot bepaalde dingen in staat bent dat het ook zo is! Nee, als jij voelt dat je iets wil en ook kan, ben je het gewoon verschuldigd aan jezelf om het op z’n minst te proberen.

En ja, ik geef toe: Sofie’s way is er soms één waar zelfs ik letterlijk krampen in de buik door krijg. Een boek uitbrengen in eigen beheer is niet niks! Daarom is het boek ook zeven maand later uitgekomen dan ik eerst in gedachten had, want ik wou geen brol de wereld in slingeren.

Nee, geen amateuristisch gedoe voor mij. Zo zie ik Krijtlijn ook niet als zomaar ‘een VZW’ke’ maar als een zichzelf respecterende organisatie die kwalitatief mensen wil helpen in hun groei, omdat ik oprecht geloof in en respect heb voor de mensen die wij helpen.

Je geeft in de nabije toekomst ook enkele lezingen en workshops geïnspireerd door je boek?

Ik wil tijdens de lezing mijn toeschouwers de ‘truken van de foor’ aanreiken om zelfkennis en onafhankelijkheid te verwerven, zodat ze meer in staat zijn zelfstandig keuzes te maken en zoveel mogelijk op eigen benen te staan. Af en toe moet je jezelf bijvoorbeeld eens de toestemming geven om een asociale trut of asshole te zijn. Raar maar waar, bijna automatisch gaan de mensen die je eerder betuttelend benaderden, dat plots een pak minder doen. Leuke bonus toch?

Dan rest ons enkel nog jou te bedanken voor het interview en je alle succes te wensen met je boeken en vzw Krijtlijn!

Jullie bedankt voor het interview!

 

Het eerdere deel van dit interview lees je hier. En uiteraard kan je het tweede boek van Sofie nog steeds bestellen op haar website, net zoals haar eerste boek. Je vindt er ook alle informatie over vzw Krijtlijn terug.

Interview met Sofie Vanhoutte – deel 1

‘Boem! Explodeer, implementeer, transformeer’, met de titel van haar tweede boek valt Sofie Vanhoutte met de deur in huis. In haar boek stelt Sofie, die zelf door het leven rolt, haar vernieuwende visie op inclusie voor. Sofie is recht voor de raap en schuwt de heilige huisjes niet: zowel de ‘zorgebehoevende’ als de ‘zorgverlener’ krijgen in het boek af en toe een spreekwoordelijke ‘schop onder de kont’. Blogger Sien vraagt om uitleg!

Dag Sofie! Kan je jezelf eerst kort aan onze volgers voorstellen?

Ik ben dus Sofie, 43 jaar, maar voel me forever 21. Ik ben rolstoelgebruikend en nog zoveel meer. Ik heb me enkele jaren geleden bijgeschoold tot jongerencoach, gespecialiseerd in jongeren met een fysieke, visuele en auditieve handicap. Wat niet wil zeggen dat ik andere handicaps wil discrimineren, maar het lijkt me niet verstandig om me in avonturen te storten waar ik geen verstand van heb.

 

Sofie Vanhoutte

 

Enkele jaren geleden schreef je met ‘Sofie rolt door het leven’ een boek waarin je jouw ervaringen beschreef. Op welke manier is ‘Boem!’ anders?

In dit boek schrijf ik niet meer uitdrukkelijk over mijn eigen leven, maar over de dingen die ik om me heen zag en zie gebeuren. Binnen en buiten mijn praktijk zie ik veel dingen waarvan ik vind dat die anders en beter zouden kunnen aangepakt worden in het voordeel van alle partijen.

In je boek haal je soms complexe onderwerpen aan, maar toch leest het als een trein. Was moeilijke woorden vermijden voor jou een extra aandachtspunt?

Ja, maar tegelijk heb ik dat voor een stuk onbewust gedaan. Ik BEN gewoon niet de vrouw van de exotische woorden, al begrijp ik ze wel. Ik wou dit boek toegankelijk maken voor iedereen. Ik heb nog niet echt IEDEREEN bereikt, want het boek is nog niet toegankelijk voor mensen met een visuele handicap. Maar…wat niet is, kan nog komen!

In je boek kom je regelmatig streng uit de hoek voor jongeren met een beperking en hun familie. Hoe komt dat?

Streng? Vind je? De lezers van mijn vorige boek vinden mij net milder geworden… Dat heeft iets met ouder worden te maken denk ik. Ik ben ook minder in vechtmodus dan een paar jaar geleden, want ik heb ondervonden dat dit toch niets uithaalt en bovendien bakken energie vreet. Energie die je beter kunt inzetten om situaties om te buigen in het positieve! Maar inderdaad: ik kom vaak direct uit de hoek in het boek omdat ik vind dat het moet. Waarom? Omdat er nu nog te veel situaties mijn pad kruisen waarvan ik uit eigen ervaring weet dat als er NU niet gehandeld wordt, er dikke miserie van kan komen voor alle betrokken partijen, met pijnlijke gevolgen…

Je weidt in het boek ook een hoofdstuk aan ‘nepinclusie’. Wat betekent dit voor jou en waarom vind je het zo fout?

Een voorbeeld van nep-inclusie volgens het evangelie van Sofie: zo’n feestjes – met de beste bedoelingen georganiseerd – waarin mensen met een handicap in de bloemetjes worden gezet, niet om wie ze zijn als mens, maar omdat ze hebben wat ze hebben. Een beperking hebben, maakt je niet meteen ‘dapper’ of een ‘rolmodel’, wel hoe je met die beperking omgaat! Vroeger werd ik wel vaker voor dit soort feestjes uitgenodigd en raar maar waar: vaak kreeg ik toen een acute aanval van maagkrampen waardoor ik echt moest afzeggen!

Ik denk dat vele mensen met een beperking echt niet in de schijnwerpers gezet willen worden om wat er “mis” is met hen, maar wel erkend worden om wie ze zijn als mens. Dat geeft pas een boost geeft aan je zelfvertrouwen!

De rest van dit interview lees je in deel twee. Kan je zo lang niet wachten? Dan kan je naar de première van BOEM! in Theater Tinnenpot of het boek bestellen op de website van Sofie.

Interview met Paralympiër Peter Genyn

Peter dook op zijn 16de in ondiep water en werd tetrapleeg. Tijdens zijn revalidatie begon hij met rolstoelrugby, maar recreatie werd algauw sport op hoog niveau. Zo hoog dat zijn team in 2009 goud en in 2011 brons behaalde op het EK. Tot Peter zijn been brak en het gedaan was met rugby. Toch bleef hij niet bij de pakken zitten en stapte over naar atletiek. Vorig jaar brak hij het wereldrecord op de 100m en werd daarna wereldkampioen op de 100 en de 400 meter. Wie het filmpje van BBC4 heeft gezien, is het ermee eens: Peter is duidelijk ook een ‘superhuman’. En wij mochten hem nog snel een paar vragen stellen voor hij naar Rio vertrok!

Dag Peter, fijn dat je nog even tijd voor ons kan maken. Waar hoop je op in Rio?

Een medaille natuurlijk! (lacht). Iedereen droomt van goud, maar een medaille zou al leuk zijn. Over de kleur van die medaille kan ik nog geen uitspraken doen, maar ik ga in elk geval hard mijn best doen om er een mee naar huis te brengen!

Hoe bereid je je eigenlijk voor op de Paralympics?

Trainen, trainen en trainen! Ik ben net terug van Lanzarote waar ik twee weken, zes dagen van de zeven, heb getraind. ‘s Morgens opstaan om half zeven, ontbijten, trainen, eten, oefeningen voor stabilisatie, daarna kine en dan alweer bed binnen want de dag erna is het weer van dat. Ik leef helemaal zoals een valide topsporter: op mijn eten letten, veel trainen, goed slapen,…

Door op je lui gat te zitten, ga je er dus niet geraken…

Eigenlijk wel, haha! Maar in mijn geval dus actief op mijn gat zitten.

Peter Genyn paralympics rolstoel
Credits: Eddy Peeters

Als tetrapleeg heb je waarschijnlijk wel wat extra zorg nodig. Wie gaat er allemaal met je mee?

Eigenlijk niet. De bondscoach gaat mee en de delegatieleiding. Uiteraard ook een kine, een dokter en een verpleegkundige – maar die zijn er niet alleen voor mij, die zijn er voor heel de delegatie. Dat komt omdat er per zoveel atleten maar 1 persoon mee mag. België kiest, dus het is een beetje schipperen. Iedereen die meegaat, is ook echt heel zelfstandig hoor.

En je materiaal? Hoe goed ben je voorbereid op het weer in Rio?

Ik ben eigenlijk op alles voorbereid, behalve op regen. Dat is echt het slechtste wat er kan gebeuren, want dan heb ik geen grip meer op de hoepels van mijn wielen. Ik heb een hoes laten maken om over mijn hoepels te doen om op z’n minst droog tot aan de start te geraken. Maar als het giet, dan gaan ze binnen een paar seconden kletsnat zijn. Wie er dan wint, is de persoon die de beste oplossing tegen de regen gevonden heeft!

We duimen voor droog weer! Zijn er nog andere dingen die we moeten weten als we voor je supporteren?

Dat je alleen naar de prestatie moet kijken en niet naar de handicap. Wij moeten echt serieus presteren om mee te mogen doen want net als bij valide sporters staan er limieten op: als je een bepaalde tijd niet haalt, mag je gewoon niet meer naar Rio. En net als in validensport, komt het niet op seconden maar op honderdsten van seconden aan. De Fin die nu het wereldrecord op de 100 meter heeft, start sneller maar ik heb mijn techniek aangepast en nu ben ik met 2 honderdsten sneller. Dat kan echt het verschil maken, want alleen de top 3 krijgt een medaille!

Weet je, soms worden de Paralympics verward met Special Olympics (Olympisch Spelen voor mensen met een mentale beperking, nvdr). Of gaat het in een interview drie kwartier over mijn handicap en oh ja Peter doet ook nog sport. Maar ik ben geen sukkelaar die ook nog sport doet, ik ben in de eerste plaats een atleet!

Gelukkig heb ik niet veel te klagen hoor, tegenwoordig begint het wel te beteren. Journalisten die ik ken, als die iets over me schrijven dan staat het niet in de variasectie als feelgood verhaal maar in de sportsectie. En dan gaat het puur over de sport, met mijn tijden erbij.

Peter Genyn racet op de 100m
Credits: Veerle Laurens

Je hebt echt al veel verwezenlijkt. Van al je prestaties, wat springt er voor jou uit?

Het feit dat ik wereldkampioen werd, toen was ik echt even de beste van de wereld! (lacht)

Ook Europees kampioen worden en het wereldrecord breken, waren natuurlijk toppers. En op het vlak van ervaringen als team kunnen de EK’s die ik heb gedaan met het rugbyteam zeker ook tellen.

Maar weet je, Paralympisch kampioen worden, daar zou ik alles voor inruilen. Voor mij staat dat nog zoveel hoger. Vooral omdat het maar om de vier jaar kan en je dus maar een paar kansen in je leven krijgt om het te zijn. En ook al zijn je tegenstanders hetzelfde als altijd, toch heeft het zoveel meer aanzien in mijn ogen, het is voor mij het hoogst haalbare.

Voel je je door al die verwezenlijkingen soms een rolmodel?

Goh, een echt rolmodel? Tja, ik zie me niet als voorbeeld… Maar als mensen mij als voorbeeld nemen, is dat wel tof. Weet je, ik probeer gewoon mijn best te doen.

Heb je zelf een rolmodel?

Eigenlijk niet. (denkt even na) Toen ik pas in een rolstoel zat, ben ik begonnen met rugby. Ik kwam uit revalidatie en was niet 100% zelfstandig. Dus ik keek rond naar de andere spelers: die kan dit en die kan dat, hoe doen zij dat? Ik keek af en probeerde uit. En ik trainde tot het beter was. Je zou dus kunnen zeggen dat de mensen rondom mij mijn rolmodellen zijn en mij inspireren.

Zeker als je tetra bent, is rolstoelrijden heel veel techniek. Een parapleeg neemt de hoepels vast en duwt. Maar als tetra heb ik weinig triceps, en moet ik vooral rijden op biceps. Daarom gebruik ik in mijn rugbyrolstoel bijvoorbeeld de bovenkant van mijn hand, om de spieren van mijn pols ook nog te kunnen gebruiken. Dat maakt me een pak sneller. Ik zit ook enorm diep in die stoel, even met mijn elleboog tegen het wiel en ik draai al. Enfin, allemaal dingen die ik heb geleerd door te sporten. Ik kan het iedereen aanraden, al is het maar om andere mensen tegen te komen en van straat te geraken! (lacht)

Nvdr: Peter racet op 13/09 om 10u34  (15u34 Belgische tijd) de finale van de 100m en op 17/09 om 11u01 (16u01 Belgische tijd) de finale van de 400m.

Kende je Peter al? Je kan zijn avonturen verder volgen via de Facebook-pagina ‘Peter Genyn Wheelchair Racer’, waar ook links zullen staan naar de livestream van zijn races. Voor welke andere Paralympiër supporter jij dit jaar in Rio?

Interview met Kristof van WeTravel2

Kristof Steegmans realiseert met zijn reisorganisatie WeTravel2 stap voor stap zijn ambitie: de wereld van het toegankelijk reizen ten gronde veranderen. Op korte tijd heeft WeTravel2 een indrukwekkend parcours gelopen. En dat is geen toeval.

Dag Kristof, kan je even uitleggen wat WeTravel2 doet? Is het een reisagentschap voor mensen met een beperking?

Ja, maar met WeTravel2 willen we veel meer doen dan louter reizen verkopen. We houden ons niet alleen bezig met het organiseren, maar met alle aspecten van het zogenaamde ‘toegankelijk reizen’.

Een voorbeeld: we zijn in gesprek geweest met Vayamundo om wat ik ‘de perfecte hotelkamer’ noem in te richten. Daartoe heb ik contact gehad met een architect. Hij heeft het Caza Ametza ontworpen, een zorgvakantieverblijf met aparte vakantiehuisjes in Brasschaat. Nadat we de krachten met hem bundelen heeft hij de nieuwe, toegankelijke kamers van het Vayamundo-hotel in Houffalize ingericht!

Wij weten uit ervaring wat er nodig is, wat er allemaal kan en wat reizigers op prijs stellen. Dit soort samenwerkingen is voor beide partijen een verrijkende ervaring. En zo kan ik nog veel andere voorbeelden opnoemen. Met een open geest, gezond verstand en wat ervaring kom je al heel ver. En elk contact kan nieuwe inzichten opleveren. Tegelijk bouw je ook aan je netwerk van ‘welwillenden’, daarmee bedoel ik mensen die net als ik het reizen toegankelijker willen maken. Daarom zeg ik dat we veel meer doen dan ‘reizen verkopen’.

Daarbij wil ik trouwen graag meteen een kanttekening maken: vooraleer je een reis kan aanbieden, moet je ze wel helemaal en tot in de puntjes organiseren. Daar kruipt ook veel tijd, denkwerk en organisatie in. Als reiziger merk je daar niets van, en dat is goed. Je moet gewoon zorgeloos en met volle teugen van je vakantie kunnen genieten!

strandganger in rolstoel

 

Het klinkt alsof je ook veel bezig bent met sensibiliseren en niet alleen met reizen?

Klopt! We werken bijvoorbeeld nauw samen met Toerisme Vlaanderen om zowel mensen met een beperking als de reissector zelf te sensibiliseren over toegankelijk toerisme. Er is immers nog héél veel werk aan de winkel. Steeds meer en meer mensen met een beperking willen op reis gaan. En met ‘op reis gaan’ bedoel ik niet de klassieke groeps- of zorgvakanties. Die bestaan nog altijd, maar ik merk steeds duidelijker dat mensen andere noden hebben: ze willen gewoon op reis gaan, naar leuke, exotische of zelfs avontuurlijke bestemmingen!

Waarom ben je daar eigenlijk mee begonnen, dat sensibiliseren?

In de eerste plaats omdat niemand anders dit doet, zeker niet met een grondige kennis van zaken en op een rendabele, overtuigende manier. Ten tweede omdat ik dat zelf ook erg belangrijk vind. Mijn motivatie is dat ik de wereld van toegankelijk reizen echt ten gronde wil veranderen, in Vlaanderen, maar ook voor de rest van Europa. Als we erin slagen om Vlamingen naar het binnen- en buitenland te doen reizen, moet dat ook lukken voor een Nederlander of een Duitser. Dat probeer ik door een waaier van acties te combineren. Om te beginnen, en natuurlijk, door reizen te verkopen. Als je dus op reis wil gaan naar een toffe bestemming, maar je hebt een of andere beperking, dan biedt WeTravel2 een oplossing. En dat geldt niet alleen voor de meer ’traditionele’ beperkingen, ook ouderen en zwangere vrouwen – mensen die misschien iets minder makkelijk te been zijn – kunnen met ons op vakantie gaan. Welk soort beperking – fysiek, mentaal, auditief of visueel – speelt geen rol!

Dus WeTravel2 organiseert reizen en sensibiliseert rond reizen met een beperking?

Dat is niet alles! We geven ook informatie aan iedereen die erom vraagt. We doen bijvoorbeeld mee aan panelgesprekken, geven lezingen, we tonen en we leggen uit. Informatie geven betekent voor mij ook dat we er proberen voor te zorgen dat de infrastructuur verbetert. Telkens als mij een vakantiebouwproject ter ore komt, dan neem ik zelf proactief contact op, hetzij met de bouwheer, architect of aannemer. Ik vraag dan heel expliciet maar vriendelijk aandacht voor de noden en behoeften van reizigers met een beperking. (glimlacht)

OK, WeTravel2 is geen overheidsinstantie, maar ik wil ons toch ook positioneren als een sociaal en geëngageerd bedrijf. Ik vind dat we hier aandacht voor moeten vragen. Want wie anders doet het? Verder werken we ook goed samen met de wat je de ‘traditionele reissector’ zou kunnen noemen, met partners als Jetair.

sensibiliseren rond rolstoelers

Waar komt die drive vandaan om de reissector (en daarbuiten) te transformeren?

Ik heb altijd graag gereisd, ook na mijn sportongeval dat me op 18-jarige leeftijd in de rolstoel deed belanden. Omdat je door te reizen de wereld leert kennen, mooie en interessante zaken ziet en dus zo je blik en je denken verruimt. Wat me daarin aantrekt? Andere culturen, en nieuwe mensen. Wie zei ook alweer dat “Du choc des idées jaillit la lumière”? Ik geloof rotsvast dat als je je eigen ideeën en inzichten met die van andere mensen confronteert, vuurwerk kan ontstaan. (lacht)

Ik vind reizen heel verrijkend. Het geeft me energie. Door mijn goesting om te reizen, en ook vanuit mijn eigen nood, is WeTravel2 ontstaan. Ik heb zelf kunnen vaststellen dat er nauwelijks informatie over toegankelijk reizen beschikbaar is. Ik heb weliswaar altijd zelf verre en avontuurlijke reizen kunnen maken, al was dat – toegegeven – niet altijd even gemakkelijk. Omdat je enorm veel tijd nodig hebt om alles grondig voor te bereiden. Frustrerend, maar tegelijk ook uitdagend! (lacht)

Al de kennis die ik dankzij mijn reiservaringen heb opgebouwd, wil ik graag via WeTravel2 delen. Ik heb toegankelijk reizen als ondernemer ook altijd als een enorme commerciële én tegelijk ook maatschappelijke uitdaging gezien. Ik neem die rol graag op. Omdat ik zie dat het niet vanzelfsprekend is voor non-profitorganisaties om duurzame initiatieven rond toegankelijk reizen op poten te zetten. Dat komt omdat ze bijna altijd afhankelijk zijn van subsidies en overheden. Daarom wou ik onafhankelijk zijn met WeTravel2, en dus commercieel. De hamvraag voor mij is: ben je relevant? Als je in je organisatie een verdienmodel inbouwt, en het werkt, dan is dat voor mij het beste bewijs dat je dat bent.

Je hebt nog veel werk voor de boeg met WeTravel2, maar wat zijn de uitdagingen die je binnenkort zeker wil aangaan?

We hebben twee grote uitdagingen voor de toekomst. De eerste is: nieuwe bestemmingen vinden. Er zijn wereldwijd meer dan genoeg plaatsen die toegankelijk zijn. Maar als WeTravel2 willen we meer dan louter het logement aanbieden. Dat zijn we aan onze klanten én aan onszelf verplicht. (glimlacht)

We willen op elke bestemming ook de hele keten van toegankelijkheid verzorgen. Dat is: het transport, het verblijf, de dienstverlening en zorg ter plaatse en, eventueel, de activiteiten. Elk van die onderdelen moet je kennen en in de hand hebben. Enkel dan, als je er zeker van bent, kunnen we zo’n nieuwe bestemming mee in het aanbod opnemen. En de tweede uitdaging is: hoe kunnen we ons potentieel doelpubliek bereiken? Hen overtuigen om op reis te gaan is niet zozeer het moeilijkste. Hen bereiken daarentegen… Mensen met een beperking zijn niet gegroepeerd in één vereniging. Net zoals je bijvoorbeeld niet zo maar in één keer mensen – ik zeg maar wat – met een bril kunt bereiken. Die zitten in niet in een soort van brillenclub.

exotische vogels

Vind je jezelf hierdoor een rolmodel?

Kijk, het is altijd fijn om erkenning te krijgen voor wat ik met WeTravel2 doe. Veel mensen zeggen mij: “Wat je doet is echt nuttig!” Of: “Dat is knap, dat men daar nog niet eerder aan gedacht heeft!”. Die bevestiging krijgen betekent dat we echt relevant werk leveren. Dat het goed is. Ook als je spreekt met mensen die gereisd hebben, en daar veel plezier aan hebben ontleend. Vaak hoor ik dat ze de batterijen hebben opgeladen. Je kunt dan ook merken hoeveel levensvreugde reizen mensen geeft! Dat vind ik heel bijzonder. Ik stel ook vast dat heel veel potentiële partners contact met ons zoeken. Omdat we in het wereldje op korte tijd een uitstekende reputatie hebben opgebouwd en we steeds een open houding aannemen. (enthousiast) Als we kunnen helpen, graag dan!

Heb jij een droombestemming? Heb jij slimme tips & tricks voor op reis? Heb jij al een ervaring met WeTravel2 gehad? Deel het dan met de rest van de lezers en met Kristof in een reactie hieronder!

 

De Windvanger – interview met Toni De Coninck

Wat doe je als je kind anders is dan andere kinderen? Als het een fysieke beperking heeft, is het snel duidelijk dat er hulp nodig is. Maar wat als het ‘anders zijn’ niet aan de buitenkant te zien is? Toni is wereldreiziger, multiblogger, superfoodie en vader van een HSP-kind. Over dat laatste schreef hij een boek: De Windvanger.

Dag Toni, proficiat met je boek! Waarover gaat ‘De Windvanger’ eigenlijk?

Dankjewel, het is de eerste keer dat ik mezelf zo bloot geef bij het schrijven! Dit boek gaat over mijn zoon, over zijn opvoeding en over de misverstanden die er bestaan rond HSP.

Wat is dat juist, ‘HSP zijn’?

HSP staat voor Highly Sensitive Person. Het is dus geen beperking, maar een heel uitgesproken karaktertrek. Nu ja, het is misschien geen beperking in de ‘enge’ zin van het woord, maar HSP-kinderen worden wel beperkt in hun sociale omgang, vooral door de reacties uit hun omgeving.

HSP zijn is geen autismespectrumstoornis maar er zijn wel raakpunten, en zowel ouders als leerkrachten weten er vaak geen weg mee. Als ouder stuit je bovendien vaak op een muur van onbegrip. Ik hou altijd mijn hart vast als ik een mail krijg van de school. Of als de directeur belt, want dan weet ik dat het niet is om over de Champions League te babbelen. (lacht) Aan de andere kant moet ik als ouder natuurlijk ook zelf proberen begrip te tonen voor het opvoedend personeel. Want als er iemand ‘den aap gaat uithangen’ in de klas, ook al is dat omwille van die hoge sensitiviteit, dan is dat niet gemakkelijk.

Wat is dan het probleem van een HSP-kind?

Mijn zoon Alex (pseudoniem) vergelijk ik altijd met iemand die heel veel wind vangt, zoveel dat het continu aan het stormen is in zijn hoofd. Daarom is de titel van mijn boek ook ‘De Windvanger’. Alles is een constante bron van overprikkeling.

We zijn natuurlijk allemaal vatbaar voor prikkels, maar bij een HSP komen alle prikkels veel intenser binnen en zijn al die prikkels tegelijk te moeilijk om te verwerken. Als er dan een trigger (een negatieve prikkel) binnenkomt, gaat alles in overdrive. Het is de druppel die de emmer doet overlopen. Dat kan bijvoorbeeld een slechte toets zijn die Alex terugkrijgt, waardoor hij dan plots met stoelen gaat smijten.

Maar het is niet altijd negatief. Wie HSP is, heeft ook enorme voordelen. Als de bomen in bloei staan, dan wijst Alex mij daar plots op en zegt hij hoe prachtig dat wel niet is. Dat doen andere mensen niet, laat staan twaalfjarigen. (trots)  Alex is ook nooit zonder vrienden gevallen. Kinderen vinden het gedrag van Alex allemaal blijkbaar veel minder storend dan volwassenen.

Is het daarom dat je besloot om erover te schrijven?

Het idee ligt al een jaar of twee op de plank. Ik heb het eerst uitvoerig met mijn omgeving besproken, want mijn echtgenote had schrik dat erover schrijven in Alex’ nadeel zou zijn. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. En begin maart vorig jaar ben ik er dan echt aan begonnen.

Ik ben het vooral gewend om te schrijven over reizen en over culinaire onderwerpen. Maar pen op papier zetten, is ook een soort therapie. Het is niet voor niets dat de meeste hoofdstukken met een flashback beginnen. Dingen uit mijn verleden hebben dankzij dit boek ook een plaats gekregen, omdat ik zoveel van mezelf herkend heb in Alex’ situatie.

Hoe doe je dat eigenlijk, een boek schrijven over je ervaringen en ervoor zorgen dat het wordt uitgegeven?

Wel, je moet natuurlijk het talent hebben om 200 pagina’s te kunnen vullen over een bepaald thema! (lacht) Je moet er zeker ook voor zorgen dat je er een positieve boodschap aan vast kan knopen. Want je kan 200 bladzijden vullen met tekst die therapeutisch is voor jezelf, maar dat wil niet zeggen dat andere mensen er iets aan zullen hebben. Je moet een doelpubliek voor ogen houden en je verhaal willen uitgeven omdat je er mensen mee kan bereiken en emotioneel mee kan raken.

Ik heb natuurlijk het geluk dat ik mensen ken bij Lannoo. Maar ze hebben ‘De Windvanger’ natuurlijk niet uitgegeven voor mijn schoon ogen! (lacht) Wat ik lezers van Rolmodel aanraad als ze zelf een boek willen schrijven en uitgeven, is om niet met een heel manuscript te gaan leuren maar met een sterk hoofdstuk. Doe je best om het uit te schrijven en het zo goed mogelijk maken. Laat het bijvoorbeeld redigeren en een paar keer nalezen door je vrienden. Zet het in een mooi lettertype. Zorg ervoor dat je er uitspringt als je bij een uitgeverij gaat aankloppen.

Wat is het mooiste compliment dat mensen je kunnen geven na het lezen van ‘De Windvanger’?

Het mooiste compliment? Dat ik hem of haar geraakt heb met een mooie zin, of omdat het herkenbaar is, of grappig, of deed huilen. Ik wil graag dat mijn boek een hulp is voor ouders en opvoeders. Als de tips in mijn boek worden gebruikt, dan zou dat voor veel HSP-kinderen een heel verschil maken. Echt.

Heb jij als schrijver zelf ook een rolmodel?

Ik lees heel graag de boeken van John Irving. En in België is Karel Verleyen mijn rolmodel. Hij was mijn eerste hoofdredacteur ooit. Karel was een warme, aimabele man. Heel intelligent, heel taalvaardig, met het hart op de juiste plaats. Hij was geen bullebak, maar wees me terecht met een kwinkslag en dat werkte heel goed voor mij. En hij was heel gevoelig in zijn schrijven, in de thema’s waarover hij schreef. Volgens mij was hij een hoogsensitieve man in een periode waarin dat woord nog niet bestond.

 

De Windvanger ligt vanaf deze week in de boekhandel. Heb jij ook een verhaal dat je graag wil delen om mensen een hart onder de riem te steken? Mail dan naar redactie@rolmodel.be!